De metalhead – een observatie

(Click here for the English version.)

1.01 Introductie en fysiologie
De metalhead (Lat. Flagellum Dei) is een interessant schepsel. Sinds zijn introductie in Europa in de jaren ’80, is de metalhead een immer opvallende verschijning geweest in zijn habitat, dat voornamelijk is verspreid over diverse roomblanke VINEX-wijken, talloze dorpen gesitueerd aan de rand van middelgrote gemeenten in overwegend rurale regio’s en de camping van Graspop. De mannetjes zijn met hun luide, lage stem, lange, stoffige manen en iet wat onbeholpen motoriek duidelijk te onderscheiden van meer extroverte, kleurrijke soorten, zoals de skater (Excrementus Inventadus), de emo (Fundamenta Concussa), de hiphopper (Extra Domum) en de aandachtsgeile gothsloerie (Felo De Se). Vrouwtjes onderscheiden zich daarentegen met hun doorgaans struise postuur, bonte lokken en lage zelfbeeld. In dit opzicht lijkt de vrouwtjesmetalhead enigszins op de aandachtsgeile gothsloerie. In geval van twijfel kunt u de vrouwtjesmetalhead gemakkelijk herkennen door haar gewillige, hitsige gedrag wanneer zij in de nabijheid (doorgaans een straal van vijf kilometer) van een rockster geplaatst wordt. Ook afgevaardigden van lokale wannabebands volstaan.

Model 1.01a. In geval van extreme onzekerheid, schaamteloosheid en/of een misvormd zelfbeeld, ontwikkelen metalheads een exoskelet dat hen beschermt tegen iedere vorm van sociaal contact.

1.02 Levensloop
De overgang van het larve- naar het metalheadstadium vindt plaats tussen ongeveer het twaalfde en het veertiende levensjaar van het wezentje. De verschijning van de metalhead is vrijwel altijd donkerder dan die van de larve. Ook zal de haarlengte in bijna alle gevallen flink toenemen. Volgens sommige stromingen binnen de oetlulkunde is dit het gevolg van de doorgaans afnemende persoonlijke hygiëne, een fase die als doel heeft de weerstand van het schepsel op te bouwen. Interessant is dat de lengte van het metalheadstadium per specimen verschilt. Gemiddeld genomen gaan metalheads rond hun twintigste levensjaar over in het bebrildehipsterstadium, al slaan sommige exemplaren deze fase wonderbaarlijk genoeg over, en ontpoppen zij zich gelijk tot de saaie kantoorlul (Agnus Diabolus). Wetenschappers hebben de oorzaak van dit fenomeen nog niet kunnen doorgronden, maar vermoed wordt dat de kans op het overslaan van het bebrildehipsterstadium omgekeerd evenredig is aan de nabijheid van een universiteitscampus in de leefomgeving van het exemplaar in kwestie.

2.01 Communicatie (algemeen)
Misschien wel het meest kenmerkende aan de metalhead (en dit geldt voor beide geslachten) is echter de lokroep. Deze wordt gekenmerkt door anglicismen en superlatieven, bij voorbaat in combinatie met elkaar. Hoort u enthousiaste kreten als ‘awesome!‘ (uitgesproken als ‘òwsom’), ‘epic!‘ (‘eppik’), of ‘Slayer!’ (‘sleejurr’), dan kan het haast niet missen: u heeft dan met een echte metalhead van doen. In geval van twijfel, moet u nog even goed luisteren tot u de klank ‘ey man‘ voorbij hoort komen, want dan weet u zeker dat u niet met de net iets te hippe tiener (Ira Deorum) te maken heeft.

2.02 Gedrag
De metalhead is doorgaans niet gevaarlijk en zal bij een onvoorzichtige benadering hoogstens in paniek raken. Probeer uw aanwezigheid echter zo lang mogelijk te verhullen, daar het gedrag van de metalhead zich het best laat observeren wanneer het exemplaar ongestoord is en geen last heeft van stress. De metalhead is, binnen de zoömorfische context van deze beschouwing, een sociaal dier. Hij voelt zich doorgaans op zijn gemak in roedels met zo’n vier à vijf soortgenoten. Binnen de gemoedelijkheid van de roedel vertoont de metalhead vaak extroverter gedrag dan in zijn eentje. Zo schept het wezentje er genoegen in andere soorten te verbazen met een schijninteresse in ongewone activiteiten (een fenomeen dat in de wetenschap ook wel bekend staat als Aanstelleritis M). Denk hierbij aan het kijken van Sesamstraat, bellenblazen, aan zwervers vragen of ze hun vriend mogen zijn, het in het openbaar uitslaan van kreten als “hoeren” en, in extreme gevallen, openbare zelfbevrediging. Roedels communiceren onderling veelal door middel van codes. Hierbij kan gedacht worden aan de kreten reeds genoemd in paragraaf 2.02, of aan het toekennen van bijzondere semantische waarden aan schijnbaar willekeurige woorden (bijvoorbeeld ‘suikerwafels’), waarden die doorgaans alleen door soortgenoten binnen de roedel herkend en begrepen worden. De concensus is dan ook dat deze communicatiemethode vooral dient om de onderlinge band van een roedel te verstreken.

Model 2.02a. Een schijninteresse in de praktijk: planten water geven.

2.03 Territoriumdrift
Hoewel de metalhead een doorgaans goedaardig wezen is, kan het zeer fel over komen wanneer territoriale driften een rol gaan spelen. Het eigenaardige van deze driften is dat deze zich voornamelijk op een communicatief niveau manifesteren. Zo bakenen sommige metalheads (met name leiders van een roedel) hun territorium af door met hun muzieksmaak hun dominantie over andere soorten en zelfs over andere roedels trachten te bewijzen. Bij dit veelvoorkomende ritueel zijn dikwijls de keten ‘true‘ en ‘oldschool‘ te horen. Dit slag metalhead moet echter niet verward worden met de aantrekkelijke academicus, die er ook voor kan kiezen zijn dominantie door middel van muzieksmaak te bewerkstelligen, maar hierbij veel minder offensief te werk gaat, voornamelijk eigen analyses en gedachtegangen toepast op de materie in plaats van voorgekookte praatjes van metalfora, en aanvallen op zwakkere exemplaren voornamelijk inpakt in subtiliteiten. De metalhead kan er echter ook voor kiezen om andere soorten af te troeven op het gebied van politieke opinie. Dit is een delicate aanpak waarbij normaliter de uitspraak van een andere soort wordt geregistreerd en verdraaid, waarna de aanval geopend wordt. We moeten de motivatie voor deze aanvalstechniek zoeken in extremiteiten: zo wordt er veel uit extreme politieke correctheid geput, maar kan er ook voor gekozen worden om door middel van platvoers rechtsextremisme de opponent te overdonderen.

2.04 Interactie
Mocht u tijdens een observatie toch ontdekt worden door een roedel, maakt u zich dan geen zorgen. Zoals reeds bevestigd, is de metalhead redelijk ongevaarlijk en zullen de leden van deze soort u hooguit een poets proberen te bakken door u te overdonderen met flauwe, voorspelbare humor. Raakt u in zo’n geval vooral niet in paniek: de metalhead is een schuchter wezentje, extreem gevoelig voor gevatte opmerkingen, een plotseling aggressieve en onredelijke benadering, valse beschuldigingen en mad social skillz. Deinst u er dan ook niet voor terug om door middel van één of meer van deze methoden de metalhead terug in zijn heremietschelp te jagen.

3.01 Conclusie
De metalhead is, zoals gezegd, een interessant schepsel. De unieke combinatie van schuchterheid en lichte overmoed is maar in weinig andere soorten terug te vinden. Mocht u zich toeleggen op de observatie van deze soort, zal u er wel op toe moeten zien enige voorzichtheid in ogenschouw te nemen. De aantallen van de metalhead zijn sinds eind jaren ’80 namelijk langzaam maar constant afgenomen, waardoor de aanwezigheid van deze bijzondere soort in ons land steeds meer beperkt blijft tot diens reeds genoemde natuurlijke leefomgeving. Een onvoorzichtige aanpak zal alleen maar leiden tot het versnellen van dit proces, aangezien de stress die dit oplevert voor sommige exemplaren al genoeg is om (zogenaamd) zelfmoord te overwegen. En uiteindelijk willen we toch geen van allen dat toekomstige generaties deze unieke soort enkel in gevangenschap (i.e. jeugddetentie en gesloten inrichtingen) kunnen aanschouwen?

3.02 Satire is een bitch
*troll dance*

Je weet zelluf.

3 thoughts on “De metalhead – een observatie

  1. Pingback: The Metalhead – An Observation | Black Ivory Tower

  2. Pingback: Molti nemici, molto onore – De anti-esthetiek van Akitsa | Bevroren Ivoren Toren

Plaats een reactie