Für der Väter heilig Land

Heimstatt

Artiestde Halgadom
Uitgave: Heimstatt
Platenmaatschappij: Sonnenkreuz
Jaar: 2008
Taal: Duits
Genre: Voor Neofolk en Vaderland

Tekst door Degtyarov
(For the English translation, click here)

derwald

Het is nu bijna twee jaar geleden dat de eerste recensie op deze site werd geplaatst. Sindsdien valt bijna elke band die hier aan bod is gekomen onder de noemer black metal. Dit was nooit specifiek de bedoeling, maar het wordt voor ondergetekende steeds moeilijker om andere metalgenres uit te diepen. Het fascinerende van black metal is namelijk diens paradoxale natuur: de status van black metal als genre impliceert weliswaar dat de bands die eronder vallen zich aan een uniforme regels en conventies houden, maar hoewel er natuurlijk wel een aantal elementen is dat bijna op elk blackmetalalbum wel terugkomt, is de variatie binnen het genre ongekend groot. Black metal laat zich makkelijk vermengen met andere muziekstijlen, als industrial, volksmuziek en punk; het liefst nog allemaal tegelijk ook. Zelfs aan het traditionele blackmetalgeluidKrämer ligt een rijkheid aan invloeden ten grondslag: een agressiviteit gelijk aan die van rauwe thrash metal, een anticonventionele esthetiek zoals die eerder te vinden was in punk en oi, en een uitgebreide, niet door de regels van pop en rock gebonden structuur die doet denken aan klassieke muziek.

Natuurlijk bestaat er binnen elk (sub)genre variatie en zijn er altijd meerdere inspiratiebronnen die leiden tot het ontstaan van een nieuwe muzieksoort, maar wat met name opvalt aan black metal ten opzichte van bijvoorbeeld death, power of thrash, is de potentie van black metal als nationale kunst. Er zullen altijd vage genrecontouren zichtbaar zijn, maar de beste blackmetalbands onderscheiden zich doordat zij op majestueuze of karikaturale wijze hun culturele achtergrond in de muziek naar voren brengen. Zij vormen hiermee de antithese op de eenheidsworst die doorgaans uitgaat van pop, indie en andere conventionele genres. Muziek als nationale kunst is belangrijk, omdat je door middel van die muziek kunt ontkomen aan de Amerikaanse massacultuur: muziek is voor velen een bijna spirituele ervaring, waardoor het juist belangrijk is dat de muziek iets representeert waarmee je je verbonden kunt voelen. En als bands als U2 en Coldplay het muzikale equivalent zijn van McDonald’s, dan zijn Kawir en Peste Noire het hutje op de hei waar je heen vlucht om aan de fastfoodcultuur te ontkomen.

Één van de ‘hutjes’ waarin ik de afgelopen jaren het vaakst vertoef is Heimstatt van Halgadom, uit 2008. Het vijfde studioalbum van de band is weliswaar neofolk, maar de band vindt zijn wortels in de blackmetalscene: naast neofolk heeft de band voornamelijk black metal uitgebracht en waren er bijdragen van enkele bekende/roemruchte gezichten, zoals Sebastian Schauseil (Wolfsmond, ex-Absurd). Ook bandleider Frank Krämer zelf is geen onbekende, laat staan een onberuchte: naast Halgadom speelt hij al sinds jaar en dag in de beruchte Duitse RAC-band Stahlgewitter, die door middel van impertinente nationaalsocialistische teksten al menig indizierungslijstje haalde. Heimstatt speelt zich zowel muzikaal als tekstueel gezien echter af in een geheel andere dimensie, veel dichter bij de natuur, waardoor het bijna spirituele muziek is die op geen enkele manier geassocieerd dient te worden met de politieke werkelijkheid waar Krämers andere, vele malen controversiëlere project inspiratie uit put.

“Subtiele verwijzingen naar historische gebeurtenissen gaan hand in hand met panegyrieken aan een mythische dimensie.”

Vanaf het instrumentele openingsnummer is duidelijk dat Halgadom gaat voor een aanpak die we in neofolk vaker zien: mysterieuze gitaarmelodieën moeten de luisteraar meevoeren op reis naar het verleden, of liever gezegd een verleden: subtiele verwijzingen naar historische gebeurtenissen gaan hand in hand met panegyrieken aan een mythische dimensie, hetgeen een kleurrijke doch troebele herinnering oproept aan een verleden dat onwerkelijk lijkt, maar toch erg dichtbij ons staat. Zo kan het nummer “Des Adlers letzter Flug” geïnterpreteerd worden als een impliciete uiting van nostalgie naar het Duitse Rijk: “Das Herz nun hart in Bitterkeit / Die nie verstandene Ewigkeit / Empor gerungen Zug um Zug / War dies des Adlers letzter Flug (?)” [1]. De poëtische, metaforische laag zorgt er echter voor dat muziek en tekst dieper gaan dan een zuiver politieke boodschap, wat het makkelijker maakt om de tekst te waarderen voor wat het is zonder dat persoonlijke politieke voorkeur daarbij een rol hoeft te spelen.

Gelukkig blazen de mannen van Halgadom niet te hoog van de toren en leveren zij sobere, bijna bescheiden composities af. Hoewel Heimstatt qua geluid, thematiek en concept onherroepelijk neofolk is (daar de teksten simpelweg te diepgravend zijn voor pop of rock), doen de composities nog het meest denken aan akoestische rock, compleet met drumstel (hetgeen nogal atypisch is voor neofolk) en popstructuren. Frank Krämer is zeker niet de beste zanger die er is, maar zoals wel vaker met neofolk, is de oprechtheid waarmee hij zijn poëtische teksten ten gehore brengt vele malen belangrijker dan de technische aspecten van zijn zangkunsten. Sterker nog, een bombastischere aanpak had de geloofwaardigheid van een dergelijk eerlijk, organisch album alleen maar geschaad.

subliem2

Wat dan ook opvalt aan het album als geheel is dat het, zoals reeds vermeld, bovenal spirituele muziek is: muziek die niet voortvloeit uit rationaliteit, maar uitgaat van emotie en sentiment, verwondering en overgave. Als Heimstatt door middel van één kwalificatie gedefinieerd zou moeten worden, zou het ‘romantisch’ zijn. De natuur manifesteert zich in de muziek als een sublieme entiteit. In “Der Wald” wordt er bijvoorbeeld gezongen: “Bis zu den Wurzeln in der Erde / Du seiest das stolze Sein und Werde / Schmettre Deine Drohgebärde / In die Welt der dunklen Leere” [2]. Het woud uit de titel wordt hier beschreven als trots en mooi, maar ook mysterieus en gevaarlijk. Maar bovenal openbaart de natuur zich hier als een levend wezen, met een eigen wil en eigen ideeën over wat juist is. Ook in het nummer “Eisblume” komt dit naar voren. Al lijkt de ijsbloem in de tekst op het eerste gezicht fragiel en vergankelijk, weerspiegelt het tevens het goddelijke en staat het symbool voor een cyclische interpretatie van tijd (“Sie erzählt von Wiederkehr / Das nichts auf Dauer kann vergehen / Selbst Sterne werden neu geboren / So lang sich Zeitenräder drehen” [3]), waarmee de fragiele ijsbloem onsterfelijk, of liever gezegd oneindig wordt. Deze kennis verzacht de laatste woorden van het lied, “Lebe wohl Eisblume…” [4]

“Sommige teksten bevatten bittere doch humoristische passages die alleen in de Duitse metalscene prevaleren.”

De sublieme ervaring van de natuur en de wijze waarop haar zelfs een bewustzijn wordt toegedicht, doen denken aan de manier waarop de natuur werd neergezet in de Romantiek. Allesverslindende golven, ademende bossen en almachtige bergen: ook in de muziek van Halgadom is de natuur oppermachtig. Toch is Heimstatt geen aurale natuurwandeling, want de met mythologie verweven geschiedenis loopt, misschien nog wel meer dan de beschrijving van natuurfenomenen, als een rode draad door het album. Zo vertelt “Walkürenritt” over een krijger die een heldendood sterft op het slagveld en is “Die Schöne im Sturm” opgedragen aan de 300 Spartanen die, met behulp van enkele honderden Thespianen en Thebanen, in de Griekse Oudheid bij Thermopylae een paar duizend Perzen over de kling joegen. Van beide nummers gaat een duidelijk ijsbloemenpatriottisch sentiment uit. Tegen het einde van “Walkürenritt” wordt er gezongen: “Ich liege erschlagen auf den Land meiner Ahnen / Doch es wehen die siegreichen Fahnen / Mein Tod hat sich doch gelohnt” [5]. Een soortgelijke boodschap manifesteert zich in het laatste couplet van “Die Schöne im Sturm”: “Drum Brüder auf, den Blick nach vorn, keiner von uns soll verzagen / Für der Väter heilig Land, wollen wir die Fackel tragen” [6]. Ook hier weer openbaart zich een politieke onderstroom van nationalistisch allooi. Met name in het nummer “Die Schöne im Sturm” is het overduidelijk dat een evenement uit een (semi-mytisch) verleden wordt verbonden met het heden: de meer stamgebonden sneuvelbereidheid van de stadstaat Sparta en hun Griekse broeders wordt impliciet gelijkgesteld aan de natiegebonden eenheid die een volk als het Duitse bindt.

Het album duikt nog verder de diepte in wanneer de dimensie ‘religie’ wordt toegevoegd aan het palet van leidmotieven dat Heimstatt rijk is. “Gerechter Lohn” vertelt op tragikomische wijze hoe een dorp van heidenen door christenen wordt uitgemoord, maar zij (de christenen) uiteindelijk toch hun verdiende loon (een letterlijke vertaling van de titel) krijgen in de vorm van de toorn van Donar. Hierbij vallen enkele bittere doch sarcastische passages op die enkel in de Duitse metalscene [7] lijken te bestaan. Zo wordt aan het begin van het lied onder een opzwepende gitaarmelodie beschreven hoe een dorp is platgebrand en uitgemoord; de somberheid van dit beeld spreekt voor zich. Het openingscouplet eindigt echter met de woorden “Ein großes Kreuz wo einst der Hain / Soll das die Nächstenliebe sein” [8]. Gelijk daarop verhaalt de tekst van een vrouw die zich weigert te bekeren tot het christendom en dien ten gevolge door de dienstdoende Bonifatius maar op de brandstapel wordt gelegd. En net op het moment dat de vrouw – ook nog in het bijzijn van haar kind – door de vlammen wordt opgeslokt, krijgen de katholieken wat ze verdienen: “Doch plötzlich aus des Himmels Wolken / Fährt ein Blitz zur Erde nieder / Es fällt der Pfaffe ohne Ton / Das war sein gerechter Lohn” [9]. In “Wotans wilde Jagd” is een dergelijke ironie afwezig, doch de boodschap – het verlangen van terugkeer naar oude Europese godsdiensten – blijft hetzelfde: “Wer seiner Strafe bis jetzt entging / Hat nun dafür zu leiden” [10].

“Zelfs wanneer je geen Duits verstaat, is het mogelijk om de essentie van de muziek te begrijpen.”

Wat met name opvalt aan de aanwezigheid van de verschillende thema’s/dimensies in de teksten, is de invloed die zij uitoefenen op de muziek. Het album klinkt weliswaar uniform wanneer we het hebben over productie en stijl, maar de verschillende tekstuele inslagen lijken toch voor nuanceverschillen te zorgen. De meer nationalistisch [11] georiënteerde teksten (“Des Adlers letzter Flug”, “Walkürenritt” en “Die Schöne im Sturm”) hebben een melancholisch karakter, wat in het laatstgenoemde nummer zelfs wordt beaccentueerd door een cello. De muziek weerspiegelt op sublieme wijze de balans tussen de heugenis van het vergane en de verheugdheid over het mogelijk aanbreken van een nieuwe, betere tijd. De religieus getinte nummers hebben met hun hogere tempo daarentegen een bijna opzwepend karakter, waardoor de vurigheid waarmee het heidendom omarmd, en het christendom verworpen wordt, ook muzikaal wordt onderlijnd.

De connectie tussen muziek en tekst is zo sterk dat, zelfs als je geen Duits verstaat, je het album toch in grote lijnen zult begrijpen. Heimstatt is een sentimenteel album: de melancholie en de vurigheid van de respectievelijke composities “Die Schöne im Sturm” en “Gerechter Lohn” komen ook zonder goed begrip van de teksten naar voren. Hoewel de teksten zowel poëtisch als inhoudelijk gezien sterk in elkaar zitten, bewijst de muziek toch ook op zich te kunnen staan wanneer het instrumentele eindnummer “Stille” eigenlijk even veel zegt als de andere nummers op het album.

regen

Het is echter de optelsom van alle aanwezige elementen die Heimstatt maken tot het prachtige kunstwerk dat het is. Begeleid door het sobere samenspel van Frank, Michel, Stefan en Marcel, reizen we door de Griekse Oudheid, uitgestrekte bossen en door Wodan en Donar heroverde hemelen. De sublieme ervaring van de natuur, een mythologisch verleden en de subtiele doch immer aanwezige vaderlandsliefde getuigen van een völkische interpretatie van de natie; een oproep tot nationale verbroedering door middel van het elementaire: alle getuigen zij van een zeer smaakvolle invulling van het concept nationale kunst. Filosoof annex mafkees Ernesto Giménez Caballero beweerde ooit dat ieder volk zijn ‘genie’ heeft: een natuurlijke staat van zijn die er voor zorgt dat de natie in kwestie haar volle potentie op zowel politiek als kunstzinnig niveau bereikt. En als dat waar is, kan ik me geen album bedenken dat dichter bij de Duitse ‘genie’ staat dan Halgadoms Heimstatt.

Bezetting:
Frank – gitaar, zang, composities, teksten
Marcel – bas, cello
Stefan – slagwerk
Michel – gitaar, achtergrondzang

Nummers:
1. Heimstatt (3:30)
2. Des Adlers letzter Flug (3:42)
3. Walkürenritt (5:10)
4. Die Schöne im Sturm (4:31)
5. Der Wald (2:52)
6. Gerechter Lohn (4:41)
7. Eisblume (4:12)
8. Wotans Wilde Jagd (4:49)
9. Stille (4:15)

Totale speelduur: 37:42

Notities:
[1] “Het hart, nu hard in bitterheid / De nooit verstane eeuwigheid / Verwrongen, bocht voor bocht / Was dit de laatste vlucht van de adelaar (?)”
N.B. Normaliter is dit algemene kennis, maar toch zal ik er nog even op wijzen dat de adelaar het symbool was van het Duitse Rijk.
[2] “Naar de wortelen in de aarde / Ben jij het trotse Zijn en Worden / Versplinter zijn waarschuwingen / In/naar de wereld van donkere leegte”
[3] “Zij vertelt van terugkeer / Dat niets op duur kan vergaan / Zelfs sterren worden opnieuw geboren / Zo lang de wielen des tijds draaien”
[4] “Vaarwel ijsbloem…”
[5] “Ik lig verslagen op het land van mijn voorouders / Maar toch waaien de vlaggen van de overwinning / Mijn dood heeft dan toch een doel gehad”
[6] “Sta daarom op, broeders / Geen van ons zal weigeren / Voor het heilige land van onze vaderen / Willen wij de fakkel dragen”
[7] Heimstatt is dan wel een neofolkalbum, maar Halgadom als band is vooral actief in de blackmetalscene. In dit licht moet deze trend van sarcasme dan ook gezien worden. Kijk bijvoorbeeld eens naar de geciteerde passages in mijn oude recensie van Heldentums Waffenweihe.
[8] “Een groot kruis op de plek waar eens de bosschage was / Dat moet de Naastenliefde zijn”
[9] “Doch plotseling uit de wolken / Voer bliksem op de Aarde neder / De Paap viel zonder toon / Dat was zijn verdiende loon”
[10] “Wie zijn straf tot nu toe ontliep / Moet daar nu voor boeten”
[11] Helaas is het anno 2013 onmogelijk om het woord ‘nationalisme’ te laten vallen zonder dat de gedachten van menig persoon afdwalen naar het Derde Rijk. Het moderne onderwijssysteem, waarin kinderen wordt verteld dat nationalisme gelijk zou staan aan chauvinisme en xenofobie, is er mede debet aan dat het openen van een discussie over een dergelijk onderwerp gepaard moet gaan met preventieve verontschuldigingen. Daarom, ter leering, vermaeck ende voorkooming van tokkiesentiment, een korte uitleg: “Om het onderscheid tussen centralistische en regionalistische nationalisten te vatten, dient men op de hoogte te zijn van de twee belangrijkste stromingen binnen het nationalisme. De eerste, wellicht meest beruchte variant is het volksnationalisme. Afgeleid van het Duitse adjectief “völkisch” werd deze benaming als eerste toegedicht aan een Duitse beweging uit het einde van de negentiende eeuw die een in etniciteit geworteld nationalisme propageerde. Deze beweging produceerde concepten als raszuiverheid en de wens om ras en territorium op elkaar af te stemmen (i.e. Blut und Boden avant-la-lettre). Deze concepten zouden zich op extreme wijze manifesteren in Nazi-Duitsland.
    Ons begrip van volksnationalisme mag zich echter niet beperken tot Duits nationalisme of nationaalsocialisme. Het verwijst namelijk ook naar alle nationalistische stromingen die ernaar streven het concept nationaliteit te definiëren door middel van elementaire kenmerken – ‘elementair’ in de zin dat voorgenoemde kenmerken – in deze visie – dichtbij de natuur van de mens staan. In deze categorie vallen onder andere taal, culturele tradities, nationale festiviteiten en in principe al die elementen die als ‘natuurlijk’ worden beschouwd binnen deze stroming. Veel, doch niet alle nationalistische bewegingen die onder deze stroming vallen, verwerken op de één of andere manier het element ‘etniciteit’ of ‘ras’ in de lijst van elementen die de status van een natie zouden rechtvaardigen, waardoor ‘etnisch nationalisme’ een acceptabel alternatief is voor de term ‘volksnationalisme’; hetzelfde kan helaas niet gezegd worden over het concept ‘cultureel nationalisme’, dat Clare Mar-Molinero oppert in haar boek Nationalism and the Nation in the Iberian Peninsula: Completing and Conflicting Identities (Mar-Molinero, 2000: 69).
    De andere hoofdstroming is staatsnationalisme – ook wel juridisch nationalisme – een variant van nationalisme waarbinnen een natie zich niet definieert middels elementaire kenmerken als taal een etniciteit, maar aan de hand van de juridische relatie tussen mens en staat. Binnen deze interpretatie kunnen individuen van verschillende culturele achtergronden makkelijk ‘lid’ worden van dezelfde natie; in principe wordt nationalisme omgevormd van een statisch, naar een flexibel concept. Een klassiek voorbeeld hiervan is de invulling van het concept ‘natie’ in (Post)Revolutionair Frankrijk: het landsbestuur werd gecentraliseerd en er werd een cultureel model aan de inwoners van het voormalige koninkrijk Frankrijk opgelegd. Zelfs Amerikaans patriottisme kent vanuit het staatsnationalisme afkomstige invloeden, al zou het wat ambitieus zijn om de Verenigde Staten als staatsnationalistisch land te bestempelen.
    In zijn algemeenheid is het meest cruciale verschil tussen etnisch en juridisch nationalisme dat, binnen de volkse traditie, the grenzen van een staat gedicteerd zouden moeten worden door de uitgestrektheid van een natie, terwijl men binnen het juridische nationalisme  liever ziet dat het volk binnen een bepaald territorium zich aanpast aan een cultureel model dat wordt opgelegd door de staat.”

Muziek geluisterd tijdens deze recensie: Totenburg, Zhaoze, Heldentum, Amesoeurs, Ulver.

Bier gedronken tijdens deze recensie: LöwenWeisse!!!

Mijn dank aan Poswicht voor de vertaling van fragmenten [1] en [2].

4 thoughts on “Für der Väter heilig Land

  1. Pingback: Für der Väter heilig Land | Black Ivory Tower

  2. Pingback: Achter de Mist | Bevroren Ivoren Toren

  3. Pingback: Germanië leeft voort | Bevroren Ivoren Toren

  4. Je schrijft heel goede recensies. Ik vind die pagan black metal zelf wel leuk, maar zou de meeste van die bands zelf niet zo snel opzetten; eerder gewoon folk (bijv. Sven Nyhus). Ik vond verder dit zelf wel een geinig album (metal met heidens thema):

    Ik vind ook het album Thunder Perfect Mind van de band Current 93 erg goed (heel erg folk-achtig.)
    Van iets als Carved In Stone (folk) heb je waarschijnlijk al wel gehoord.

Plaats een reactie